Voormalig Paleis van Justitie in Amsterdam en Aalmoezeniersweeshuis (1663/65, 1825/29)

Het voormalige Paleis van Justitie op de Prinsengracht 436 kwam tot stand in de periode 1825/29. Stadsarchitect J. de Greef tekende voor het ontwerp. Hoewel als zodanig niet meer te herkennen betreft het hier in feite een grootscheepse verbouwing en uitbreiding van het uit 1663/65 daterende Aalmoezeniersweeshuis. (Het college van aalmoezeniers of armenvaders werd in 1613 opgericht en had als taak de zorg voor wezen en vondelingen, die als kinderen van niet-poorters niet voor opname in het Burgerweeshuis of een van de kerkelijke weeshuizen in aanmerking kwamen). De afronding van de werkzaamheden, vooral de inrichting van de diverse lokalen, zou nog zeven jaar in beslag nemen. Pas op 4 oktober 1836 werd het gebouw in gebruik genomen en verhuisde justitie van het Prinsenhof naar de nieuwe locatie aan de Prinsengracht.

De bestaande gevel van het voormalige weeshuis werd bij de verbouwing geheel vervangen door de huidige op het classicisme geïnspireerde voorgevel in in neo-stijl met een zware lijst en balustrade. De nieuwe bak- en zandstenen gevel was breder dan die van het weeshuis en heeft drie risalieten, die extra worden benadrukt door de vanaf het hardstenen basement opgaande pilasters met Corinthische kapitelen. In de middenrisaliet is de hoofdtoegang met hal en trappenhuis.

Boven de ramen van de eerste verdieping bevinden zich de aan D.J. van Lennep toegeschreven (en vrij vertaalde) dichtregels: Onder uw bewind, Doorluchtige Willem! Is dit Gesticht herbouwd, en aan Wet en Geregtigheid toegewijd. Het plan van De Greef om voor de ingang een plein en een brug aan te leggen vond geen doorgang.

Ook een deel van de oorspronkelijk vier - later verlaagd naar twee - verdiepingen tellende bebouwing aan de Lange Leidsedwarsstraat kwam in de periode 1825/29 tot stand. Naast justitie huisvestte het gebouw van 1838 tot 1863 op de tweede verdieping aan de zijde van de Prinsengracht de Stadsbibliotheek, terwijl de vleugel links van 1833 tot 1875 als garnizoensziekenhuis en gemeentelijk noodhospitaal diende.

In de loop van de tijd werd het Paleis van Justitie herhaaldelijk uitgebreid en het interieur aangepast. Als gevolg van ruimtegebrek werden de oorspronkelijke binnenplaatsen volgebouwd, de waterkelders hieronder tot archiefruimte verbouwd en in de hoge zalen extra insteekverdiepingen aangebracht. In 1950 bereikte het complex zijn huidige omvang toen de naast- en achterliggende gebouwen aan de Prinsengracht, Leidsegracht en Lange Leidsedwarsstraat ten behoeve van het Paleis van Justitie door het Rijk werden aangekocht. Van de aangekochte bebouwing werd het interieur grondig en van het eigenlijke Paleis van Justitie minder ingrijpend gemoderniseerd. Door de inmiddels in het complex verzamelde justitiële diensten raakte het Paleis van Justitie de laatste decennia overbelast met een nijpend gebrek aan kantoor- en archiefruimte. In 1990 verhuisde het overgrote deel van de gerechtelijke instanties naar een nieuw gebouwencomplex aan de Parnassusweg. Alleen het gerechtshof van Amsterdam mocht, na aangekondigd verzet van enkele rechters en steunbetuigingen in de media, op de oude locatie blijven.

Bron: bureau Monumenten & Archeologie