Het Sint Ursulaklooster of De Elf Duizend Maagden in Amsterdam

Het Sint Ursulaklooster is in elk geval voor 1419 gesticht, toen het voor de eerste keer vermeld werd. Het was een vrouwenconvent van de Derde Orde der Franciscanen en behoorde tot het kapittel van Utrecht. Het klooster lag binnen de vierhoek Kloveniersburgwal, Korte Spinhuissteeg, Oudezijds Achterburgwal en Rusland.

Tuchthuis in het voormalige Ursulaklooster

Tuchthuis voor vrouwen in 1596 in het voormalige Ursulaklooster


De orde werd in 1585 opgeheven, nadat er al delen van het kloosterterrein verkocht waren waarop de stad in 1562 een zwakzinnigengesticht bouwde: het Dolhuys, dat gedeeltelijk ook op grond van het noordelijker gelegen Paulusbroederklooster gebouwd was. De sloot tussen beide kloosters is gedempt en heet nu Korte Spinhuissteeg. Die naam wijst op de bestemming van het Ursulaklooster na opheffing, namelijk Tuchthuis voor vrouwen, beter bekend als Spinhuis. Als we de bekende afbeelding mogen geloven was dit eerst in de kapel met bijgebouwen gevestigd. Na diverse bouwactiviteiten omvatte het Spinhuis een riant gebouwencomplex dat na opheffing van het tuchthuis het hoofdbureau van politie en diverse gemeentelijke diensten herbergde. Beroemd is de monumentale toegangspoort tot het Spinhuis in de Spinhuissteeg. In 1550 vonden in een gebouw van het kloosters de eerste publiekelijke anatomische lessen plaats, die na 1578 verhuisden naar de 'snijzaal' in de kapel van het Margrietenklooster. In 1792 kocht de Hersteld Evangelisch-Lutherse gemeente het Dolhuys van de stad om er een kerk voor in de plaats te bouwen.